Selectie

Tijdens de eerste voorjaarsinspectie (eind april) wordt naast de bepaling van de grootte van het volk en de verdere opbouw van het volk vooral gelet op zachtaardigheid, toplatten vrijlaten, en rustig op de raat.

Beoordeling volk en bepalen inteelt

In de eerste week van mei (bij redelijk weer) wordt door één persoon elk volk opnieuw beoordeeld op bovenstaande eigenschappen, en een beoordeling van de kwaliteit van het volk (grootte en opbouw van het volk). Van elk volk wordt door het bepalen van het aantal lege cellen per 100 cellen op een plakkaat gesloten broed de mate van inteelt bepaald. Van drie volken die voldoen aan de gewenste eigenschappen én voldoende kwaliteit hebben wordt de cubitaal-index, discoïdale verschuiving en hantalindex bepaald. Indien deze voldoen aan de eisen die gelden voor carnica én er geen 2e piek is, zijn deze volken geselecteerd voor de teelt van koninginnen. In de volken die ook voldoen aan de eisen wordt darrenraat ingehangen. Zodoende beschikken we over voldoende darren die kunnen paren met de geteelde koninginnen. Moeren van volken die vliegerig en/of steeklustig zijn worden vervangen.

Daar alle volken tijdens de teelt gebruikt worden, kan geen beoordeling plaats vinden over de verdere ontwikkelingen van het volk zoals zwermgedrag of honingopbrengst.