Voor veel imkers in Nederland is zachtaardigheid en vast op de raat een van de belangrijkste eigenschappen van een bijenvolk. Het ras Apis mellifera carnica (de grijze bij), van oorsprong afkomstig uit het gebied ten zuiden van Oostenrijkse Alpen en uit de Balkan, is van nature een zachtaardiger bij dan onze inheemse Apis mellifera mellifera (de zwarte bij). Derhalve zijn er imkers in ons dichtbevolkte land die graag imkeren met bijenvolken van het ras Apis mellifera carnica. Indien echter deze bij, die dus van nature in Nederland niet voorkomt, niet zuiver gehouden wordt, zal door vermenging met andere rassen de gunstige eigenschappen verdwijnen.
De doelstelling van de Stichting voor Carnicateelt is om op het eiland Schiermonnikoog een raszuivere Carnicapopulatie in stand te houden met als belangrijkste eigenschappen:
Van deze populatie worden koninginnen geteeld die op het eiland bevrucht worden en verkocht aan belangstellende imkers. De imker kan deze kwaliteits-Carnicakoninginnen gebruiken om zijn Carnica bijenvolken raszuiver te houden of om van deze koninginnen na te telen voor het creëren van F1 Carnicavolken. Deze F1 volken zijn over het algemeen zachtaardige productievolken.
Om de kwaliteit van de afgeleverde moeren te garanderen is het streven om op Schiermonnikoog een homogene populatie te hebben met de gewenste eigenschappen. Dit wordt bereikt door een strenge selectie waarbij moeren uit bijenvolken die niet voldoen aan de eisen, vervangen worden. Ook de darren van zo'n volk krijgen geen kans om te paren en daarmee hun genen door te geven.
Om te voorkomen dat door selectie inteelt zou kunnen optreden wordt met enige regelmaat nieuw genetisch materiaal ingebracht.